Hilversum,
06
mei
2020
|
11:57
Europe/Amsterdam

Vaarwel Nederland: informatie aflevering 1 t/m 3

Gelukszoekers werden ze genoemd, de Nederlanders die in de jaren 50 de oversteek waagden naar het nieuwe land. In 1948 dacht 1 op de 3 Nederlanders erover om ons land te verlaten. Ruim een half miljoen Nederlanders stapten ook echt op de boot. In het tweede seizoen van de documentaireserie Vaarwel Nederland volgt MAX het spoor van landverhuizers in onder andere Israël, Brazilië en Zuid-Afrika. Het is te zien bij MAX, vanaf dinsdag 12 mei, om 20.25 uur op NPO 2.

Lang niet voor iedereen was de landverhuizing een succesverhaal. Veel geëmigreerde Nederlanders keerden gedesillusioneerd terug naar Nederland. Na de eerste uitzending op www.MAXVandaag.nl/VaarwelNederland het verhaal van deze mensen in de interviewreeks Retour Nederland. 

Aflevering 1: Israël, 12 mei om 20.25 uur op NPO 2
Veel Joodse overlevenden van de Holocaust kunnen na de bevrijding moeilijk het gewone leven weer oppakken. Familieleden zijn vermoord, huizen geplunderd en daarom voelen ze zich niet langer thuis in Nederland. Om het verdriet en de leegte van de oorlog achter zich te laten, verlangen ze naar een eigen land, dat ze hopen te vinden in Palestina, het latere Israël. In de eerste aflevering van de serie Vaarwel Nederland vertellen deze Nederlanders met welk motief zij zijn vertrokken. Hoe was het om te pionieren in een nieuw land? En hoe kijken ze 70 jaar later terug op hun emigratie naar het beloofde land?

Mirjam Bolle komt uit Amsterdam en ontmoet daar ook haar grote liefde Menachem. Al voor de oorlog heeft hij het verlangen om naar Palestina te gaan en in 1938 vertrok hij met het idee dat Mirjam hem snel zal volgen. Als de oorlog uitbreekt lukt het niet om haar toekomstige man achterna te reizen.

Tijdens een razzia in Amsterdam wordt Mirjam opgepakt en samen met haar ouders en zus komt ze via Westerbork in het concentratiekamp Bergen-Belsen terecht. In het kamp krijgt het gezin een speciale status omdat ze een visum hebben voor Palestina. De nazi’s werken namelijk in het diepste geheim met de Britten aan een plan om Duitse krijgsgevangen in Palestina te ruilen voor Joodse gevangen uit Bergen-Belsen. Mirjam en haar familie behoren tot de 222 gevangenen die worden uitgekozen voor de ruil. Op 1 april 1944 worden ze vrijgelaten uit Bergen-Belsen en kan de reis naar Palestina beginnen.

Vardit Meijer-Heymans overleeft de oorlog ondergedoken op veertien verschillende adressen in Nederland. Haar ouders en oudste zus ziet ze nooit meer terug. Alleen een broer en een zus overleven de oorlog. Omdat Vardit minderjarig is, wordt ze na de oorlog opgevangen in een weeshuis in Hilversum. Voor Joodse weeskinderen is het in die tijd logisch om naar Israël te gaan want wie hebben ze nog in Nederland? “Ze zeiden tegen mij, je gaat naar Palestina maar ik had helemaal geen idee wat dat was”.

Simon en Rini Shalish wonen in de buurt van Tel Aviv. Ze zijn trots op hun drie kinderen en negen kleinkinderen: “Deze familie geeft een fantastisch gevoel van wraak op de nazi’s.” Simon en Rini leren elkaar al voor de oorlog kennen bij een Joodse jeugdbeweging in Amsterdam. Tijdens de oorlog verliezen ze elkaar uit het oog. Simon duikt onder bij een gezin in Friesland. Rini wordt met haar familie opgepakt door de Duisters en overleeft het kamp Bergen-Belsen. Door een toevallige ontmoeting krijgt ze na de oorlog weer contact met Simon. Bij veel Joodse jongeren leeft de wens om een eigen land te stichten en daarom besluiten ze naar Palestina te gaan. Illegaal, want de Britten die dan nog het gezag hebben over Palestina houden de grens dicht. In 1947 stappen Rini en Simon aan boord van de Theodor Herzl, een gammel overbeladen schip. Met geweld wordt het schip door de Britten overmeesterd en komen Rini en Simon in een opvangkamp terecht.

Verder in deze aflevering de verhalen van arts Eldad Kisch en de 91-jarige Riek Levie, die 25 jaar lang Nederlandse immigranten opving op het vliegveld Ben Goerlon.

Aflevering 2: Brazilië, 19 mei om 20.25 uur op NPO 2
Door overheidsregels mogen boerenbedrijven niet uitbreiden. En ouders zien hun zonen niet graag werken in een fabriek. Daarom emigreren na de oorlog tienduizenden Nederlandse boeren naar Canada en Nieuw-Zeeland. Maar ook het onbekende Brazilië klinkt aantrekkelijk omdat boeren hier als groep naartoe mogen gaan. Zo ontstaan er op verschillende plekken in Brazilië Nederlandse dorpen, kolonies genoemd, waar Nederlandse boeren in een coöperatie samenwerken.

Iedere maandagavond oefent het boeren mannenkoor in de molen ‘de immigrant’ in Castrolanda, een Nederlandse kolonie in het zuidoosten van Brazilië. Boerenzonen, opgegroeid in Brazilië maar voor wie Nederland nog altijd dichtbij is. Een van de leden van het koor is Reinder Barkema die net als zijn vrouw Janny als kind is geëmigreerd. Hun ouders zijn de pioniers van de Protestantse Nederlandse kolonie Castrolanda, zeventig jaar geleden gesticht door vijftig boeren uit Drenthe.

Er volgen jaren van rampspoed, de Nederlandse koeien gaan een voor een dood en er is veel armoede. Toch houden de boeren vol en weten ze grote bedrijven op te bouwen. Reinder en Janny hebben hun kinderen zo Nederlands mogelijk opgevoed: “in huis spreken we Nederlands met elkaar en dat zijn we ook altijd met de kinderen blijven doen.”

In 1953 vertrekken de ouders van Toon Eltink met tien kinderen vanuit het Brabantse Oirschot naar de katholieke kolonie Holambra. Een paar jaar eerder kocht een groep Nederlandse boeren hier met een lening uit Amerika een stuk grond. De Amerikanen zien dit als een manier van ontwikkelingssamenwerking voor de Nederlandse emigranten maar ook om Brazilië vooruit te helpen.

Nadat Toon de landbouwschool heeft afgemaakt krijgt hij van zijn vader een stuk land om daar een boerderij te beginnen. Elk jaar koopt hij er een stukje bij. Hij is trots dat hij hierdoor zijn kinderen allemaal een enorme boerderij heeft kunnen schenken. Toon is actief voor het museum waar hij probeert om het beste van Nederland en Brazilië te laten zien.

Erik en Janet Bos hebben een melkveehouderij en een akkerbouwbedrijf in Arapoti, de jongste Nederlandse kolonie van Brazilië. Op de zeven heuvels waaruit het dorp bestaat vestigden zich hier 25 Nederlandse gezinnen. De ouders van Erik waren daar ook bij. Vooral het begin was moeilijk voor zijn moeder, die maar moeilijk kon wennen aan de eenvoud van het Braziliaanse platteland. Erik en Janet zijn als kind totaal Nederlands opgevoed en die normen en waarden van thuis proberen ze nu vast te houden, maar wel met een Braziliaanse twist.

Johan Scheffer komt als protestantse zendingsonderwijzer naar Brazilië. In Castrolanda is hij jarenlang de directeur van de Christelijke Nederlandse basisschool en later ook van een landbouwschool. Bijna alle kinderen van de Nederlandse immigranten heeft hij in de klas gehad. Zelf wilde hij weg uit Nederland voor het avontuur. Het was echter niet de bedoeling dat Johan nog steeds in Brazilië zou wonen. Op het moment dat hij met zijn gezin wil terugkeren naar Nederland slaat het noodlot toe. Zijn vrouw en jongste zoon komen om het leven bij een busongeluk: “Als dat niet was gebeurd dan zat ik nu waarschijnlijk met een hengel te vissen aan een slootje in Nederland.”

Gerda Jeuken en Bep van de Groes werken als vrijwilligsters voor de Nederlandse bibliotheek in Holambra, die al meer dan 70 jaar bestaat. Ze zijn hartsvriendinnen en dat waren ze in Nederland ook al. Als twee jonge bakvissen komen ze vijftig jaar geleden naar Holambra. Met een speciaal uitwisselingsprogramma voor meisjes, georganiseerd door de katholieke tuindersbond. Als de welvaart in Nederland in de jaren ’60 groeit, besluiten veel Nederlandse emigranten in Brazilië om terug te gaan. Er ontstaat daardoor in Holambra een tekort aan jonge huwbare Hollandse vrouwen. Gerda en Bep zijn ervan overtuigd dat ze niet alleen als gezinshulp naar Brazilië zijn gehaald maar ook als huwelijkskandidaat. En ja: ze zijn allebei getrouwd met een Nederlandse emigrant.

Aflevering 3: Zuid-Afrika, 26 mei om 20.25 uur op NPO 2
De jaren ’50 is een tijd van herstel en wederopbouw. Maar ook een onzekere tijd voor veel Nederlanders. Werkeloosheid, woningnood en angst voor een nieuwe oorlog met de Russen. En Nederland raakt aardig vol, want de gevaarlijke grens van 12 miljoen inwoners is in zicht. Daarom stimuleert de overheid iedereen die dat wil om te emigreren.

Theo Mastenbroek woont al 68 jaar in Zuid-Afrika. Hij is opgegroeid in Heerenveen waar zijn vader bedrijfsleider is van een grote fabriek. Omdat vader de toekomst voor zijn zonen somber in ziet, besluit hij in 1951 zijn geluk te zoeken in Zuid-Afrika. Omdat hij eerst werk en een huis moet vinden vertrekt vader alleen. Moeder en vier zonen volgen drie maanden later op het schip de Zuiderkruis. Voor de kinderen is de bootreis een groot avontuur.

Theo heeft jaren een eigen bouwbedrijf gehad, waar hij met de wetten van de apartheid te maken had. Samen met zijn vrouw krijgt hij een zoon en een dochter. Zijn zoon is met een zwarte vrouw getrouwd. Zijn kleindochters zijn daarom voor hem een symbool van het nieuwe Zuid-Afrika.

Jantje Vogel groeit in Nederland op als enig kind in een rijk boerengezin in het Groningse Ter Apel. Als Jantje 18 jaar is gaat ze naar Deventer om Landbouw te studeren. Tijdens haar stage op een kippenboerderij valt haar oog op een aantrekkelijke jonge man. Hij heeft het plan om naar Zuid-Afrika te emigreren en wil graag dat ze met hem meegaat. Maar de conservatieve ouders van Jantje kunnen haar nieuwe liefde niet waarderen.

Als Jan via een vriend in Zuid-Afrika werk op een boerderij aangeboden krijgt, stapt hij alleen op de boot. Jantje blijft in Nederland om haar studie af te maken. Ze kan niet wachten om haar geliefde achterna te reizen. Maar dat moet ze eerst nog aan haar ouders vertellen. Uiteindelijk gaan de ouders van Jantje akkoord, maar dan moet ze eerst trouwen. Dat is lastig want haar toekomstige man zit al in Zuid-Afrika. Ze 'trouwen met de handschoen' en dan vertrekt ook Jantje naar Kaapstad.

Aart Reedijk is 7 jaar als hij samen met zijn ouders en twee broers vertrekt uit Nederland vanuit het Zuid-Hollandse Dubbeldam. Aart komt samen met zijn familie in Krugersdorp terecht in het noorden van ZA. Vooral zijn moeder heeft een moeilijke tijd gehad en kan niet wennen. Daarom gaan ze na 7 jaar terug naar Nederland. Na een aantal jaar op een bovenwoning in Schiedam, blijkt dat de familie zich niet meer thuis voelt in Nederland.

Terug in Zuid-Afrika gaat Aart aan de slag in de goudindustrie en komt hij zijn vrouw Hester tegen. Ze trouwen en krijgen twee kinderen. In 1968 krijgt Aart Zuid-Afrikaanse staatsburgerschap en gaat hij het leger in. Als militair komt hij in de grensoorlog met Angola terecht.

Aart heeft 20 jaar in het leger gezeten en nu hij met pensioen is hij nog steeds actief voor een organisatie van veteranen. Ze doen vrijwilligerswerk voor kinderen en ouderen. Zo brengt hij regelmatig eten en andere spullen naar een huis voor kinderen die vanwege geweld en misbruik niet meer thuis kunnen wonen.

Annie du Plessis zit in het bestuur van een Nederlands verzorgingshuis in Pretoria. Samen met vrijwilligers organiseert zij de jaarlijkse Hollandse dag waar meer dan duizend bezoekers jong en oud met Nederlandse wortels elkaar tegenkomt. Als jong meisje moest ze tegen haar zin emigreren met haar familie. Annie heeft moeite gehad om te wennen in Zuid-Afrika. Ze zit gevangen tussen twee culturen: de witte Afrikaner cultuur op school en thuis waar alles zoveel mogelijk Nederlands moest blijven.

Ineke Palthe vertrok samen met haar man Frits in de jaren ’60 vanuit Rotterdam naar Zuid-Afrika: “We zagen het als een groot avontuur. We hadden helemaal niets en dat was in het begin ook niet nodig.” Door hard te werken hebben ze een succesvol bestaan weten op te bouwen. Ze krijgen drie kinderen en zijn gelukkig in Zuid-Afrika. In 1992 slaat het noodlot toe als Ineke’s oudste zoon bij een roofoverval wordt vermoord. Er breekt een zware tijd als ook hun dochter met het syndroom van down een jaar later overlijdt. Haar man Frits kan het verdriet niet verwerken en wordt ziek. “Ik weet zeker dat als dit allemaal niet was gebeurd, Frits nog steeds naast me zou zitten.” Toch is Ineke ondanks alles vastbesloten om in Zuid-Afrika te blijven: “Mijn verdriet wordt niet minder als ik ergens anders zou zijn. En dit had ons overal ter wereld kunnen overkomen.”

Vaarwel Nederland
Vanaf dinsdag 12 mei
Om 20.25 uur op NPO 2
www.maxvandaag.nl
 

Kijk alle afleveringen van Vaarwel Nederland vanaf 12 mei vooruit op NPO Plus. 

www.maxvandaag.nl | #VaarwelNederland | https://www.facebook.com/MAXdocumentaires/